Focusartiest: Tine Thing Helseth
Na het diepte-interview met violiste Simone Lamsma zetten we ook graag onze tweede focusartiest, de Noorse trompettiste Tine Thing Helseth, in de spotlight. Ze maakte twintig jaar geleden als postergirl furore met traditionele concerti van Haydn en Hummel en warme kerstplaten, maar nu zien we toch een andere Tine voor ons zitten, letterlijk én figuurlijk. Ze ziet de wereld door een andere bril. Kort haar, een pientere blik, getekend door onzichtbare krassen. Tijd voor een gesprek.
Tine, hoe gaat het met jou? How’s life?
“Het leven is goed op dit moment. Ik geniet van een kopje koffie in een hippe bar in Oslo. Het is fijn om thuis te zijn. Ik hou meer en meer van de ‘gewone’ tijd thuis. Na vijf weken in de Verenigde Staten kan ik hier op adem komen. Want voor het einde van het jaar liggen er alweer wat kortere Europese projecten in het vooruitzicht.”
Zijn er in die schaarse vrije tijd speciale hobby’s waarin je helemaal kan opgaan?
“Ik probeer te ontspannen en mijn hoofd leeg te maken met zaken die verder weg staan van de muziek en mijn professionele leven. Ik kom tot adem in mijn eigen huis, spreek af met vrienden en ik brei heel veel. Ik overlaad mijn familie, vrienden en zelfs mijn man met tonnen truien en andere spullen. Hier in Noorwegen is handwerk opnieuw erg ingeburgerd en ik zie in de rest van de wereld, zeker in Europa, dat het ook weer aan populariteit wint. Breien heeft een therapeutisch effect. Je kan het ten eerste overal doen, je hebt er geen grote technische installaties voor nodig. Op het vliegtuig, terwijl ik aan het wachten ben: iedere plek is goed genoeg om de wol boven te halen. Je bent er steeds mee bezig, maar je hoeft je niet 100 procent te concentreren. Dat is anders dan muziek studeren of uitvoeren. Je kan breien én naar tv kijken, podcast luisteren of zelfs vergaderen. Je kan breien en praten, lachen en genieten tegelijkertijd. Een andere leuke bezigheid is die van het gamen, on- en offline. Hier bij ons zijn bordspellen erg in trek, of een sessie playstation.”
Als we teruggaan naar het begin, was de trompet een evidente keuze? Geen typisch solo-instrument zoals viool of piano.
“Eigenlijk wel. Eerst en vooral hebben we in Noorwegen een heel sterke brass- en blazerstraditie, net zoals bij jullie denk ik. Mijn vader en moeder speelden recreatief en hun vrienden ook. Het voelde voor mij allemaal erg natuurlijk aan om het voorbeeld van mijn moeder te volgen, die ook trompet speelde. Ik heb me dus nooit geforceerd gevoeld om voor dit instrument te moeten kiezen. En vanzelfsprekend rol je met die achtergrond vervolgens in een schoolorkest, en ben je vertrokken. Ten tweede hebben veel van mijn vrienden hetzelfde traject afgelegd. Zelfs als ik de kans zou krijgen om helemaal opnieuw te beginnen, zou ik carrément dezelfde keuzes maken als toen. Piano heb ik geprobeerd, hoor. Maar trompet was gewoonweg veel leuker. Ik kon er meer mezelf in zijn.”
Van het schoolorkest naar een internationale topcarrière als trompettist. Was de trompet eerder een vloek of een zegen als solist? Je moet de concurrentie met bijvoorbeeld tien andere pianisten niet aangaan, maar soms word je ook over het hoofd gezien?
“Goede vraag. Ik denk dat het antwoord ergens in het midden ligt. In mijn carrière heb ik iets bijzonders ervaren, vooral als ik kijk naar collega-solisten met een traditioneler instrument. Al vrij jong ontdekte ik dat ik veel vrijheid had in mijn repertoirekeuze. Hedendaagse stukken? Nieuwe composities? Ik kon het allemaal spelen! Hierdoor hoefde ik me niet vast te bijten in de standaardwerken, wat echt een geweldige kans was.”
“Violisten, bijvoorbeeld, hebben vaak een indrukwekkend, maar ook strak omlijnd repertoire waar ze aan vastzitten. Ik daarentegen had het gevoel dat ik juist meer ruimte had om mijn eigen weg te gaan. Sommige collega’s zagen dat zelfs als een gelukje. De trompet wordt nu eenmaal minder vaak gezien als een klassiek solisteninstrument, en dat gaf mij de vrijheid om creatieve en soms ook lekker speelse projecten te doen. Die werden trouwens vaak als ‘leuker’ bestempeld.”
“Wat ik ook fijn vind, is dat mensen er bijna automatisch van uitgaan dat trompettisten alles aankunnen qua genres. Voor mij is dat een groot voordeel. Het geeft me de kans om mijn instrument in allerlei muzikale stijlen te laten schitteren, zonder dat ik in een hokje word geplaatst. Dat maakt het spelen extra uitdagend én leuk!”
Wat waren de grootste uitdagingen waar je tot nu toe in je carrière mee te maken hebt gehad?
“Kijk, ik ben ondertussen 37 en ik reis al de wereld rond sinds mijn 19e. Als je dat optelt, is dat bijna twintig jaar waarin ik dit vak uitoefen. Het is niet alleen mijn werk, maar ook het leven dat ik ken. Maar eerlijk, op je 37e kijk je anders naar dingen dan toen je 19 was. Die verandering, dat zoeken naar wat je écht wilt, is misschien wel mijn grootste uitdaging geweest. Balans vinden tussen je werk en het leven daarbuiten ... dat klinkt als een cliché, maar het is echt niet simpel. Zeker in een beroep waar je passie zo nauw verweven is met wie je bent. Ik hou van muziek, van mijn instrument, van het samenspelen met anderen, maar ik voel ook steeds sterker dat het leven groter is dan dat. Het vraagt keuzes: hoe richt je dat in? En soms weet ik zelf niet of die balans écht mogelijk is, maar ik blijf het proberen.”
Je hebt eerder al gezegd dat trompetspelen nu meer een baan voor je is, en dat je het afgelopen jaar ook meer van het leven buiten het podium hebt ontdekt. Kun je daar meer over vertellen?
“Ja, absoluut. Uiteindelijk draait het leven voor mij om de mensen waar ik van hou. Het is belangrijk om gezond te zijn en te genieten van het hier en nu. Het leven gaat zo snel voorbij. Mijn manier van leven is altijd intens geweest: constant onderweg, altijd met het volgende project bezig. Soms lijkt het alsof ik meer in de toekomst leef dan in het heden. Het is voortdurend vooruitkijken: het volgende concert, de volgende reis.”
“Toch is trompet spelen niet het allerbelangrijkste in mijn leven. Het is zeker een groot onderdeel van wie ik ben, maar ik zie nu meer dan ooit hoe waardevol het is om ook andere aspecten van het leven te omarmen. Dat inzicht is deels gekomen door moeilijke periodes, zoals mijn ziekte. Ergens heeft dat mijn perspectief verdiept en veranderd. Dingen krijgen een andere prioriteit, vaak op een goede manier.”
Je bent inderdaad erg ziek geweest, kanker. Maar dat heeft je niet weerhouden om er open over te praten én de impact ervan te erkennen.
“Voor mij voelde het heel natuurlijk om daar open over te zijn. Het is iets wat zoveel mensen raakt, direct of indirect, en ik vind het belangrijk om daar eerlijk over te zijn. In Noorwegen was mijn verhaal erg aanwezig in de nationale pers, en ik merkte dat mensen daar kracht uit haalden. Dat maakt het delen ervan de moeite waard. Het herinnert me eraan dat muziek, net als het leven zelf, gaat over verbinden en betekenis geven aan de momenten die we hebben.”
Er zit dus effectief een andere Tine Thing Helseth voor ons, een die niet gespaard is door het leven, maar zich artistiek ook helemaal heeft heruitgevonden. De jonge blonde postergirl die Haydn én Hummel speelt is niet meer?
“Zo zwart-wit is het niet. Ik denk dat het een natuurlijke ontwikkeling is. Ouder worden brengt veranderingen met zich mee, en ik geniet nu meer van een stabieler leven, zoals de dagen dat ik gewoon thuis kan zijn. Dat wil niet zeggen dat ik niet geniet van mijn werk of van de energie die het reizen me geeft, maar ik kies bewuster wat ik wil doen. Zo richtte ik het vrouwelijke brassensemble tenThing op, waarbij we resoluut gaan voor maatschappelijke projecten en female empowerment. Mijn muziek nu is divers, rijker maar even warm als vroeger.”
“Als ik aan projecten werk waarin ik geloof, merk ik dat mensen dat waarderen. Het gaat erom dat je jezelf blijft, dat je trouw blijft aan wat je belangrijk vindt. Die menselijke kant van muziek en performance—dat is wat mij drijft. Muziek is zoveel meer dan techniek of perfectie; het draait om authenticiteit, om kwetsbaarheid. Dat probeer ik ook mijn studenten en het publiek mee te geven.”
Je profileert je terecht meer als een rolmodel. Hoe zie je die rol?
“Het is een verantwoordelijkheid die ik serieus neem. Veel jonge muzikanten — vooral meisjes — kijken naar mij op, en dat is iets wat ik waardeer. Ik wil hen laten zien dat alles mogelijk is. Of het nu gaat om componeren, optreden of een internationale carrière, ik hoop dat mijn werk hen inspireert. Daarnaast vind ik het belangrijk om aandacht te hebben voor diversiteit in muziek. We moeten ruimte maken voor nieuwe stemmen — vrouwelijke componisten, dirigenten en musici. Het gaat om het verbreden van perspectieven, zodat we allemaal kunnen groeien en leren. Uiteindelijk hoop ik dat mijn werk bijdraagt aan een blijvende verandering in de manier waarop we naar muziek en artiesten kijken.”
Alternatieve concertformules, zoals het Clubconcert in Antwerpen, passen binnen dit gegeven?
“Ik heb dit soort dingen al veel gedaan in Noorwegen. Concerten in meer informele settings, zoals bars of pubs, waar ik verschillende genres speel, van jazz en tango tot klassiek. Het is fantastisch om het publiek van dichtbij te ontmoeten, soms in onverwachte omgevingen. In een klassieke concertzaal kan er een kloof zijn tussen het podium en het publiek. Dat vind ik minder fijn. Ik wil dat we op hetzelfde niveau zitten. Daarom praat ik ook graag tijdens concerten; het maakt de connectie menselijker en zorgt ervoor dat ik me meer ontspannen voel.”
Kan je iets vertellen over het nieuwe trompetconcerto van Nico Muhly dat je in Antwerpen in première brengt?
“Nico en ik kennen elkaar al tien jaar. We hebben het vaak gehad over samenwerken, en eindelijk kwam alles op zijn plek. Het stuk is nog niet klaar, dus ik weet niet hoe het uiteindelijk zal zijn, maar ik ken zijn muzikale taal en vertrouw volledig op zijn stijl. Wat ik mooi vind aan werken met componisten, is dat ze hun muziek aanpassen aan jou als muzikant. Dat maakt het proces uniek. Nico’s idee is om de symbolische identiteit van de trompet te verkennen, zoals de rol die het instrument door de geschiedenis heen heeft gespeeld. Het zal melodieus zijn en geen virtuositeit om de virtuositeit.”
Laatste vraag. Je hebt bij deze een medium om het Antwerpse publiek rechtstreeks aan te spreken. Wat is je boodschap voor hen?
“Ik kijk er enorm naar uit om met het Antwerp Symphony Orchestra in de nieuwe Elisabethzaal te spelen. (Ik hoor dat ze geweldig is, lacht) De verschillende settings spreken me ook erg aan, zowel het clubconcert als het meer klassiek concert. Voor mij is de connectie alles. Muziek is een taal, een manier om verhalen te delen, en dat doe je samen met het publiek. Muziek gaat niet over perfectie, maar over echtheid, en dat is wat ik altijd wil laten zien.”
Tekst: Jasper Gheysen
-
jeu. 13.03.2520:30
-
-
ven. 14.03.2520:00Salle Reine Elisabeth, Antwerpen
Toprang Standaard € 78,00 65+ € 70,20 -30 jaar € 78,00 Rang 1 Standaard € 59,00 65+ € 53,10 -30 jaar € 59,00 Rang 2 Standaard € 48,00 65+ € 43,20 -30 jaar € 16,00 Rang 3 Standaard € 37,00 65+ € 33,30 -30 jaar € 16,00 Rang 4 Standaard € 21,00 65+ € 18,90 -30 jaar € 16,00 -
sam. 15.03.2520:00Muziekcentrum De Bijloke, Gand
-
dim. 16.03.2519:00Palais des Beaux-Arts, Bruxelles