Interview met Christian Tetzlaff
Op 9, 10 en 11 januari schitteren topviolist Christian Tetzlaff en dirigent Maxim Emelyanychev samen met het Antwerp Symphony Orchestra in de Antwerpse Koningin Elisabethzaal, het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en De Bijloke in Gent. Tussen zijn concerten door, aan de andere kant van de wereld in Nieuw-Zeeland, vond Christian Tetzlaff een moment om met ons te praten over zijn carrière, muziek en het leven als musicus.
Je begon met het spelen van viool én piano op de prille leeftijd van zes jaar. Wat maakte uiteindelijk dat de viool het instrument werd waar je je op richtte?
“Ik had simpelweg meer aanleg en voeling voor de viool. De muziek voor dat instrument kon ik al snel vlot van blad lezen, en ik werd vlotjes technisch goed genoeg om echt plezier te kunnen maken bij het musiceren. Plezier en communicatie via muziek waren voor mij van begin af aan van groot belang. Serieuze pianostudies vragen enorm veel tijd en geduld. Dat geldt natuurlijk ook voor de viool, maar op die leeftijd had ik het gevoel dat het bij piano toch langer duurde voordat je écht muziek kon maken. Ik speel nu nog wel piano wanneer ik thuis ben, maar alleen voor mijn eigen plezier.”
In het Tetzlaff-huishouden zijn enkele indrukwekkende muzikanten grootgebracht. Wat was de rol van muziek thuis toen je jong was?
“Mijn ouders leerden elkaar kennen toen ze allebei in het lokale kerkkoor zongen. Vanaf toen was het duidelijk dat muziek een centraal element in hun leven ging zijn, en ze dat ook zouden overdragen aan hun nageslacht. Zowel mijn broer en zussen als ik hebben ook een groot deel van onze jeugd doorgebracht in jeugdorkesten. Dat was niet enkel muzikaal een uitstekende manier om te leren, maar het was ook een plek om vrienden te maken en te leren omgaan met grote groepen.”
Was er dan een moment, toen je in die jeugdorkesten speelde, waarop je al dacht dat je liever de solokant wilde uitgaan?
“Dat is best grappig. Toen ik twaalf was, oefende ik hooguit een uurtje per dag, wat voor een violist weinig is, en toch wist ik al dat ik solist wilde worden. Ik voelde aan dat ik iets te vertellen had, en dat muziek de taal was waarin ik mezelf het beste kon uitdrukken.”
Enkele jaren zijn gepasseerd sinds je voor de eerste keer de viool oppakte. Hoe is je relatie tot het instrument ondertussen ontwikkeld?
“Dat wordt enkel maar beter en beter. Wanneer je jong bent en aan het begin van je carrière staat, wil je jezelf vooral heel erg bewijzen. Dat kan ervoor zorgen dat je gespannen en nerveus gaat spelen. Technisch gezien voel ik dat ik nu op het hoogtepunt van mijn kunnen ben, het voelt allemaal gemakkelijk aan en ik kan me helemaal concentreren op de muziek.”
Met het Antwerp Symphony Orchestra speel je, onder leiding van dirigent Maxim Emelyanychev, vioolconcerti van Brahms en Szymanowski. Welke betekenis hebben die werken in jouw carrière?
“Esthetisch gezien konden deze twee werken niet verder uiteen liggen, maar ik vind ze op hun eigen manier allebei bloedmooi. Het concerto van Szymanowski is minder bekend, maar naar mijn mening één van de hoogtepunten van het repertoire. De componist lijkt met dit werk het vioolspel helemaal opnieuw uit te vinden, het werk is zo vol van lyriek en diepgaande betekenis het bijna erotisch wordt. Szymanowski liet zich hiervoor inspireren door een gedicht van de Poolse dichter Tadeusz Miciński. Hoewel het geen programmatische muziek is, vind je de sfeer van die woorden terug in de klankkleuren. Het werk zit ook lichamelijk lekker in elkaar, het voelt echt goed aan om te spelen.”
- All the birds pay tribute to me
for today I wed a goddess.
And now we stand by the lake in crimson blossom
in flowing tears of joy, with rapture and fear,
burning in amorous conflagration. - Wszystkie ptaszki hołd mi czynią,
bo dziś me śluby z boginią.
I oto nad jeziorem,
stoim w kwieciu purpurowem,
łzy szczęścia lejąc z zachwytem i trwogą,
miłosną płonąc pożogą —
— Tadeusz Miciński
“Het concerto van Brahms aan de andere kant pakt me iedere keer weer met de pracht van de melodieën die hij schrijft, vooral het tweede deel brengt me in extase. Ik vind het een groot voordeel om op één week tijd twee werken met hetzelfde orkest uit te voeren, dat houdt iedereen scherp.”
Zowel fysiek als mentaal vragen de beide werken veel van hun uitvoerder. Hoe zorg je ervoor dat je klaar bent om ze allebei op één week te spelen?
“Daarvoor kan ik gelukkig rekenen op mijn jarenlange ervaring met concerten geven. De werken die ik speel zitten ondertussen danig in mijn vingers, dat ik echt op de mechanische kant kan rekenen zonder me daar zorgen over te hoeven maken. Zo kan ik het genot van het musiceren centraal zetten.”
Het Antwerpse publiek mocht al enkele keren van je talent op het podium genieten. De laatste keer was in 2016, net voordat de renovatie van de Koningin Elisabethzaal rond was. Kijk je ernaar uit om terug te zijn?
“Absoluut! Mijn bezoeken aan Antwerpen en de samenwerking met het Antwerp Symphony Orchestra waren altijd heel prettig. Het orkest is een zeer levendig en reactieve bende, dat maakt het samenspel voor mij een enorm plezier. Ik speelde recent voor de eerste keer onder de baton van Maxim (Emelyanychev, nvdr.) en kan zeggen dat ik enorm enthousiast geworden ben, hij is een topdirigent. Ik kijk ernaar uit te ontdekken hoe de synergie tussen het orkest, mezelf en Maxim gaat ontplooien.”
“De gerenoveerde Koningin Elisabethzaal ontdekken wordt ook spannend, ik hoorde al lovende woorden van mijn collega’s. Tijdens mijn laatste bezoek in Antwerpen was de zaal bijna af, en ik heb ze toen bezocht samen met Edo de Waart. Daar heb ik trouwens nog een foto van die ik koester: samen met Edo - allebei met werkhelmen op - in die grote lege zaal.”
Momenteel ben je in Nieuw-Zeeland, volgende week sta je in Keulen op het podium, en daarna brengt je je kalender nog een hele hoop concerten in Duitsland en Italië voordat je bij ons in Antwerpen toekomt. Hoe zorg je ervoor dat je gezond en uitgerust blijft, met een concertschema dat zo veeleisend is?
“Ik ben altijd heel erg voorzichtig met het plannen van mijn kalender. Normaal gezien bouw ik na iedere tournee een rustperiode in, die ik thuis bij mijn familie in Berlijn doorbreng. Ik ben een echte familieman, en geniet er enorm van om samen met mijn partner en drie kinderen een normaal leven te hebben. Dat zorgt ervoor dat ik daarna opnieuw vol energie de baan op kan.”
tekst: Rik Willebrords
foto's: Giorgia Bertazzi
-
-
do 09.01.2520:00Muziekcentrum De Bijloke, Gent
-
za 11.01.2520:00Paleis voor Schone Kunsten, Brussel
-