Verhalen uit het orkest: Marc Vossen
"Terugkijkend op mijn twintig jaar bij het Antwerp Symphony Orchestra, kan ik alleen maar concluderen dat de tijd vliegt. Sinds september 2003 heb ik zien komen en gaan, en het orkest heeft in die tijd een enorme transformatie doorgemaakt. Nieuwe, jonge en energieke collega’s hebben hun weg gevonden naar onze rangen, en het niveau van het orkest blijft alleen maar stijgen."
"Sommige herinneringen blijven altijd hangen, en ik heb er door de jaren heen nogal wat verzameld. Een paar keer heb ik het genoegen gehad om als solist op te treden met het orkest, en dat zijn momenten die ik nooit zal vergeten. Het gevoel van verbondenheid met je collega’s en het publiek, en de magie die ontstaat wanneer alles samenkomt – dat zijn de momenten waarvoor je het doet. Zo’n andere onvergetelijke ervaring was toen Klaus Mäkelä het orkest dirigeerde in een symfonie van Sibelius. Het speelplezier dat we samen beleefden, de chemie op het podium ... Helaas ook soms het verdriet van verlies, zoals bij het overlijden van onze gewaardeerde collega Peter Swaen. Dit hoort ook bij het leven in een orkest."
"De ontmoetingen die ik door de jaren heen heb gehad met solisten en dirigenten, hebben me vaak geïnspireerd. Ik denk hierbij aan grootheden zoals Klaus Mäkelä, Rudolf Barshai, Eliahu Inbal, Truls Mørk en Steven Isserlis. Maar als ik één persoon moet noemen die echt een blijvende indruk op me heeft gemaakt, dan is het wel Philippe Herreweghe. Zijn muzikaal inzicht en de manier waarop hij een verhaal vertelt door muziek, is simpelweg geniaal. Ik heb enorm veel van hem geleerd en blijf dat nog steeds doen."
"Voor elk concert heb ik mijn eigen kleine rituelen. Ik zorg ervoor dat ik altijd op tijd ben, zodat ik nog even alleen op het podium alles kan doornemen. En voor de spannendere concerten draag ik de manchetknopen die mijn moeder aan mijn vader gaf voor hun verloving, en die ik later heb gekregen. Ze geven me een gevoel van vertrouwen en verbondenheid."
"Muziek kan me diep raken, maar het overkomt me eigenlijk zelden tijdens het spelen zelf. Grappig genoeg word ik vooral overmand door emoties in stukken waar de cello niet speelt, zoals in het laatste deel van Messiaens Quatuor pour la fin du temps, “Louange à l’Immortalité de Jésus”. Hoewel ik niet religieus ben, raakt dit stuk me elke keer opnieuw enorm. Ik moet dan op het podium echt mijn best doen om mijn emoties onder controle te houden."
"Zelf ben ik niet echt bezig met wat ik hoop na te laten als artiest. In alle bescheidenheid, mijn grootste wens is dat ik de mensen met wie ik samenwerk, kan inspireren en dat ik altijd het beste geef wat ik kan. Als dat lukt, dan maakt me dat gelukkig. En dit seizoen? Ik kijk enorm uit naar de concerten en de tournee in Salzburg. Het is altijd een plezier om met collega’s op pad te gaan en op zo’n belangrijk podium te staan. Daarnaast ben ik nieuwsgierig naar de samenwerking met Gábor Takács-Nagy (op 13 en 15 december in de Koningin Elisabethzaal, nvdr.). Ik heb veel goede verhalen over hem gehoord. En natuurlijk kan ik niet wachten om in april Mahler 5 uit te voeren met Osmo Vänskä."