Focusartiest: Jeremy Denk
Jeremy Denk staat bekend als een muzikaal fenomeen. Als pianist verscheen hij voor zo goed als alle toporkesten in de wereld, als auteur schrijft hij regelmatig voor The New York Times en The Guardian, en zijn scherpe intellect leverde hem zowaar de befaamde MacArthur Fellowship op, bijgenaamd ‘Genius Grant’. Zijn debuutschrijven ‘Every Good Boy Does Fine’ mocht zich al snel een bestseller noemen. Denk is de derde focusartiest, iemand die de term ‘multitalent’ perfect belichaamt, van het seizoen 2023-2024 bij Antwerp Symphony Orchestra.
Hoe ontstond de interesse om jezelf naast het pianospelen ook als auteur te ontwikkelen?
“Muziek en literatuur zijn beide integrale delen van mijn leven, al zo lang als ik me kan herinneren. Als kind gebruikte ik piano en boeken als manieren om te ontsnappen aan de realiteit: ik had altijd een paar boeken bij me, voor het geval dat. Hoewel ik aan de universiteit uiteindelijk piano en chemie studeerde, koesterde ik een diepe wens om Engelse literatuur te studeren. Maar uiteindelijk koos ik ervoor om me volledig te wijden aan mijn carrière als pianist.
Naarmate mijn muzikale carrière vorderde, ontdekte ik het werk van Marcel Proust, een schrijver die me onmetelijk inspireert met zijn vermogen om het alledaagse op een betoverende manier weer te geven. Ik begon parallellen te trekken met muziek; ik ben er immers van overtuigd dat musiceren precies datzelfde moet zijn. Ik sprak veel over dit onderwerp met vrienden, en kwam zo tot het idee om een blog te starten. Diezelfde dag nog deed ik dat, en zo werd 'Think Denk' geboren. Het werd al snel mijn uitlaatklep. Als concertpianist breng je namelijk veel tijd alleen door, en veel van die tijd besteed je aan nadenken over je werk. In mijn blog probeerde ik op een unieke manier over klassieke muziek te schrijven, met een vleugje humor.
De blog werd een succes, vooral een artikel dat ik schreef over mijn pianoleraar György Sebők. In dat stuk benadrukte ik het belang van mentorschap voor jonge musici. Dat artikel trok de aandacht van iemand bij de New Yorker, wat uiteindelijk leidde tot mijn eerste boekendeal.”
Hoe heb je dan het schrijfproces aangevat?
“Gezien het boek gebaseerd zou zijn op mijn eigen leven, lag de chronologie al vast. Dat vormde de basis. Vervolgens begon ik scènes uit te schrijven, van bijvoorbeeld lessen die me bijzonder bijgebleven waren. Tijdens het schrijven schoten me nog veel herinneringen en personages te binnen; er waren tijdens mijn opleiding een heleboel interessante figuren de revue gepasseerd, die me erg hebben geïnspireerd. Ik maakte het boek voor ongeveer 60% af, maar bleef dan wat hangen. Ten tijde van de pandemie kreeg ik dan de kans me ongestoord op het schrijven te storten, en binnen vier maanden was het boek dan uiteindelijk af. Op zich was het een geschenk om het boek tijdens die periode te kunnen afwerken. Sommige herinneringen en gevoelens konden pas echt naar boven komen in een periode van totale stilstand, waar ik niet afgeleid werd door de snelheid van het dagelijkse leven.
Het boek, dat de titel Every Good Boy Does Fine meekreeg (in het Nederlands vertaald als: Een Merkwaardig Leven Lang Klassiek, nvdr), werd uiteindelijk een liefdesbrief aan muziekeducatie. Muziek leren speelde al vroeg een belangrijke rol in mijn leven, en nu geef ik ook zelf les. Zo blijft educatie nog steeds een centraal deel van mijn leven, en is de cirkel rond.”
Verandert het schrijven je manier van spelen?
“Schrijven heeft zeker een invloed op mijn spel. Wanneer ik schrijf over lesgeven of over een specifiek muziekstuk, dwingt dat me om dieper na te denken dan ik anders zou doen. De research en het nadenken druppelen duidelijk weer in mijn eigen spel, en vice versa. Het is een inspirerend proces dat tot een zeer aangename wisselwerking heeft geleid.
Veel van mijn collega's vinden het moeilijk om over muziek te schrijven, maar voor mij geldt dat niet. Beide passies waren al vroeg in mijn leven aanwezig en ze versterken elkaar alleen maar. Tijdens het spelen probeer ik altijd een verhaallijn te volgen, om het muziekstuk meer vorm te geven en het publiek mee te nemen in mijn fantasie.”
In Antwerpen en Gent speel je de Wandererfantasie van Liszt, een stuk waarbij poëzie niet weg te denken valt.
“Dat klopt. Bij het uitvoeren van dit stuk probeer ik altijd de poëzie naar voren te brengen die Schubert inspireerde voor zijn lied Der Wanderer, waarop Liszt op zijn beurt weer zijn compositie baseerde. Hoewel Liszt een buitengewoon getalenteerd componist was, was hij niet zozeer bedreven in tekstinterpretatie, en dat weerspiegelt zich in deze compositie. Mijn benadering is er juist op gericht om het bombastische van Liszt tegen te gaan en het stuk terug te brengen naar het spirituele inzicht dat aan de basis ligt. Het is een werk dat voortdurend het herdenken verdient, en ik kijk er enorm naar uit om het samen met het Antwerp Symphony Orchestra op het podium te brengen.”
-
-
Fri 10.05.2420:00Muziekcentrum De Bijloke, Ghent
-
Sat 11.05.2420:00Queen Elisabeth Hall, Antwerpen